In ‘Op weg met de Bhagavad Gita’ start hoofdstuk 14 met de volgende inleiding:
Krishna onthult nu het geheim waarmee we zowel in het aardse als in het spirituele leven succes kunnen hebben, door ons inzicht te geven in de drie natuurlijke geaardheden, de guna’s. Dit zijn de drie geaardheden waaruit de hele schepping, dus ook de mens, is ontstaan. We zijn allemaal onderhevig aan de onweerstaanbare kracht en invloed van zuiverheid (sattva), gedrevenheid (rajas) en traagheid (tamas). Zij komen voort uit de scheppende kracht (prakriti), maar zijn er onafscheidelijk van, zoals de golven deel zijn van de oceaan. In feite zijn de guna’s de drijvende energie van prakriti.
Wijsheid komt voort uit sattva, hebzucht uit rajas en onverschilligheid en onwetendheid uit tamas.
Bekijk hieronder een deel van de Bhagavad Gita DVD Hoofdstuk 14 met Mansukh Patel op YouTube – een deel uit ‘De kosmische dansers’:
Sattva guna vertegenwoordigt zuiverheid en wordt altijd gezien als de beste van de drie. Natuurlijk streven we daar allemaal naar, omdat het ons geluk brengt. Toch waarschuwt Krishna ons niet gehecht te raken aan dat geluk, omdat er een staat van zijn is die nog boven sattva uitgaat, en dat is turiya .
Rajas is het zaad van hartstocht en houdt je gebonden door zelfzuchtig verlangen en gehechtheid, die onvermijdelijk pijn en lijden teweegbrengen. Tamas is matheid en lethargie, die altijd illusie en verwarring voortbrengen.
Omdat deze drie geaardheden altijd in ons werkzaam zijn, is het waardevol ze te kennen en hun effect op ons denken, voelen en handelen te herkennen. De verschillende guna’s overheersen op wisselende tijden en door ons gemoed gade te slaan herkennen we welke guna binnenin ons op ieder afzonderlijk moment domineert. Dan kunnen we ons afvragen:‘ Is mijn geest tamasisch of rajasisch?” en“ Is dit een sattvische keuze die ik maak?’ We moeten de signalen en symptomen leren herkennen en Krishna geeft ons hier duidelijke aanwijzingen voor.
Wanneer sattva domineert, overtreft het rajas en tamas in kracht. Rajas verdrijft sattva en tamas. Tamas doet sattva en rajas teniet.
In sattva zijn de zinnen alert, is de waarneming helder en voelen wij ons levendig en waakzaam. Steeds wanneer we hebzucht, rusteloosheid of hartstocht waarnemen, zijn we er zeker van dat rajas overheerst. Een rajasische geest loopt over van wensen en verlangens die altijd tot pijn leiden. Tamas veroorzaakt luiheid, onverschilligheid en neerslachtigheid en weerstand om te veranderen.
Door onze spirituele discipline overstijgen we deze geaardheden en bevrijden we ons van geboorte, dood, ouderdom en verdriet. Arjuna vraagt Krishna een beschrijving te geven van iemand die dit niveau heeft bereikt. Krishna schetst het beeld van een gelijkmoedig mens, wiens geest nooit verstoord raakt door vreugde, verdriet, eer, smaad, succes of verlies. Dit is iemand die goud en klei als gelijkwaardig beschouwt. Iemand die de guna’s overstegen heeft, wordt een gunatita genoemd. Dit is de man van standvastige wijsheid, zoals in hoofdstuk 2 beschreven is in de verzen 54-72 en de volmaakte toegewijde van hoofdstuk 12, vers 13-20.
Tenslotte leidt de beschrijving van prakriti ons naar haar samenstelling (guna’s), die ons de eigenschappen laat zien van iemand die de guna’s overstegen heeft en vrij is van geboorte en dood.
Zij die de guna’s overstegen hebben, zijn gelijkmoedig in eer en schande, ze behandelen vriend en vijand op gelijke wijze en hebben ieder zelfzuchtig streven opgegeven. Zij zijn als de zon, die niet wordt beïnvloed door de drie delen van de dag: ochtend, middag en avond.
Meer? Klik hier voor al onze Bhagavad Gita producten.