In ‘Op weg met de Bhagavad Gita’ start hoofdstuk 17 met de volgende inleiding:
O wijze Arjuna, er is geen geloof onder de mensen dat geen invloed ondervindt van goedheid, hartstocht en duisternis.
Krishna praat in dit hoofdstuk over offeren, liefdadigheid, ascese en natuurlijk over geloof (shraddha). Wat is het belang van geloof in ons leven? Wat is geloof? Krishna legt uit dat onze aard ons geloof bepaalt, al naar gelang de eigenschappen van sattva, rajas en tamas in ons. ‘Zoals zijn geloof is, zo is hijzelf.’ Zij die zuiver van aard zijn (sattvisch), vereren God, zij die een rusteloze geest hebben (rajasisch), vereren rijkdom en macht en zij wier geloof geen glans kent (tamasisch) zijn blind en onwetend. Onze aard bepaalt dus hoe en waarin we geloven. Als we handelen vanuit een zuiver geloof, worden we gesteund door de voorzienigheid en goddelijke zegen zal het resultaat zijn. Als we handelen vanuit hebzucht en hartstocht of helemaal geen geloof hebben (tamas), zal het resultaat leeg zijn en onnodig lijden veroorzaken voor onszelf en anderen.
Ascese die wordt beoefend uit onwetendheid, waarbij mensen zichzelf onnodig pijn doen of de intentie hebben iemand te gronde te richten. wordt tamasisch genoemd.
Bekijk hieronder een deel van de Bhagavad Gita DVD Hoofdstuk 17 met Mansukh Patel op YouTube – een deel uit ‘Perfect evenwicht’:
Krishna spreekt over de verschillende soorten voedsel die de guna’s van brandstof voorzien. Sattvische mensen geven de voorkeur aan voedsel die de guna’s van brandstof voorzien. Sattvische mensen geven de voorkeur aan voedsel dat hun levenskracht en gezondheid sterkt. Het is vers en gezond en zuivert de geest. Rajasisch voedsel is sterk gekruid, zuur, zout en droog en veroorzaakt ongemak, pijn en ziekte. Tamasisch voedsel is verschraald, levenloos en bedorven zonder enige voedingswaarde of levenskracht.
In dit hoofdstuk onthult Krishna tenslotte een prachtig geheim in de vorm van een heilige mantra die hebt absolute vertegenwoordigt en die grote spirituele wijsheid in ons leven kan doen ontbranden. De mystieke woorden AUM TAT SAT zijn een levende formule om alles wat we doen op te dragen aan God en ons handelen tot voltooiing te brengen.
Het eeuwige hoogste Zelf, de oorsprong en verblijfplaats van het universum, heeft één drievoudige naam AUM TAT SAT.
Meer? Klik hier voor al onze Bhagavad Gita producten.