In ‘Op weg met de Bhagavad Gita’ start hoofdstuk 8 met de volgende inleiding:
Als je te allen tijde op Mij mediteert en je aandacht gericht houdt op Mij dan geef Ik je Mijn woord dat je tot Mij zult komen.
Aan het einde van hoofdstuk 7 verleidt Krishna Arjuna met dingen waar hij nog nooit van gehoord heeft: adhyatma, adhibhuta, adhidaiva en adhiyajna. In dit hoofdstuk vraagt Arjuna aan Krishna hem uitleg te geven over de aard van het hoogste (adhyatma), het aardse domein (adhibhuta), het koninkrijk van het licht (adhidaiva) en de essentie van de opoffering (adhiyajna).
Arjuna is nieuwsgierig en geboeid en we moeten niet vergeten dat Krishna probeert Arjuna te overreden om te vechten en de situatie onder ogen te zien. We bevinden ons op het slagveld en leveren onophoudelijk onze eigen innerlijke strijd. Dit is geen spel, want het bepaalt het verdere verloop van ons leven.
Bekijk hieronder een deel van de Bhagavad Gita DVD Hoofdstuk 8 met Mansukh Patel op YouTube – een deel uit ‘De weg naar vrijheid’:
In dit hoofdstuk laat Krishna zien hoe belangrijk het is om bewust te sterven. Waar we op dat moment aan denken daarheen zullen we gaan. We kunnen echter alleen aan de Allerhoogste denken als we de geest hierin hebben getraind en er valt in dit opzicht geen tijd te verliezen. Ons hele leven moet een voorbereiding zijn op het moment van sterven en dit bepaalt onze toekomstige incarnaties.
Denk daarom onophoudelijk aan Mij en je zult zeker rechtstreeks tot Mij komen.
Krishna benadrukt het belang van onafgebroken herinnering: het is belangrijk God voortdurend door toewijding, eerbied en meditatie in herinnering te houden en Hem dagelijks van moment tot moment te dienen. Als deze herinnering diep in ons geworteld is, zullen we in staat zijn om op het moment van sterven de levensenergie (prana) op het centrum tussen de wenkbrauwen te richten en zo God te realiseren in het stervensproces.
Degenen die Mij in hun stervensuur kennen, verlaten hun lichaam en worden met Mij verenigd.
Krishna legt dan uitgebreid uit hóe we het lichaam kunnen verlaten en wat we moeten doen. Laat de levensenergie via de kruin het lichaam verlaten en reciteer het heilige woord AUM. Ieder schepsel vergaat tot niets, zelfs Brahma, de Schepper, maar alleen zij die Hem gerealiseerd hebben, overstijgen zowel het leven als de dood.
De geest is beperkt en kan het oneindige, vormloze niet peilen. Er is zoveel meer. Krishna verruimt de grenzen van Arjuna’s bevattingsvermogen door te zeggen: ‘Ik ben onmeetbaar, Ik ben oneindig, Ik ben onvergankelijk.’ Alles is vergankelijk behalve het Ene, het Eeuwige.
Op het moment van sterven kunnen we twee wegen gaan en er zijn gunstige en ongunstige momenten om te sterven. Nadat Hij dit alles heeft uitgelegd, verklaart Krishna dat voor de Hem toegewijde geen van deze regels van toepassing is. Door zuivere toewijding wordt ieder moment, elke plaats en iedere omstandigheid gunstig en gezegend.
Er zijn twee eeuwige paden. Hij die de weg van het licht volgt, zal bevrijding vinden. Hij die het pad van de duisternis volgt, keert terug.
Meer? Klik hier voor al onze Bhagavad Gita producten.